33e zondag door het jaar

Datum
Lezingen

Uit de profeet Maleachi 3,19-20

Zie: de dag gaat komen, de dag die als een oven brandt. Al de hoogmoedigen, alwie boosheid bedrijft,
zij allen worden stoppels, in brand gezet door de dag die gaat komen. Zo spreekt de Heer van de hemelmachten - zodat hij van hen geen wortel, geen halm meer overlaat.
Maar voor u, die mijn naam vreest, gaat dan de zon van de gerechtigheid op,
en met haar vleugels brengt zij genezing. Zo spreekt de Heer van de hemelmachten.

Uit de 2e brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Tessalonica 3,7-12.

Broeders en zusters, goe gij ons moet navol­gen, is u bekend; wij hebben bij u geen werk geschuwd
en niemands brood om niets gegeten. dag en nacht hebben wij gearbeid, met veel inspanning en moeite, om niemand van u tot last te zijn.
Niet dat wij er geen recht toe hebben, maar wij wilden een voorbeeld geven ter navolging.
Ook toen wij bij u waren, hielden wij u telkens deze regel voor: als iemand niet wil werken, zal hij ook niet eten.
Wij hebben namelijk gehoord, dat sommigen bij u werkeloos rondhangen, alle moeite schuwen, maar wel zich met alles bemoeien.
In de naam van de Heer Jezus Christus gebieden en vermanen wij zulke mensen,
dat zij regelmatig moeten werken en hun eigen kost verdienen.

Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 21,5-19.

In die tijd merkten sommigen op, hoe de tempel daar prijkte met zijn fraaie stenen en wijgeschenken, maar Jezus zei: 'Wat ge daar ziet: er zal een tijd komen, dat er geen steen op de andere gelaten zal worden, alles zal verwoest worden.'
Ze vroegen Hem nu: 'Meester, wanneer zal dat dan plaats vinden? En wat zal het teken zijn dat dit gaat gebeuren?'
Maar Hij zei: 'Weest op uw hoede, dat gij niet in dwaling gebracht wordt. Want velen zullen optreden in mijn Naam en zeggen: Ik ben het, en: Het ogenblik is nabij. Loopt niet achter hen aan.
En wanneer gij hoort van oorlogen en onlusten, laat u dan niet uit het veld slaan. Dat alles moet wel eerst gebeuren, maar het einde volgt niet terstond.'
Toen sprak Hij tot hen: 'Er zal strijd zijn van volk tegen volk en van koninkrijk tegen koninkrijk;
er zullen hevige aardbevingen zijn, en hongersnood en pest, nu hier en dan daar, schrikwekkende dingen en aan de hemel geweldige tekenen.
Maar nog voor dit alles geschiedt, zullen zij u vastgrijpen en vervolgen; zij zullen u overleveren aan de synagogen en gevangen zetten, u voor koningen en stadhouders voeren omwille van mijn Naam.
Het zal voor u uitlopen op een getuigenis.
Welnu, prent het u in, dat gij dan uw verdediging niet moet voorbereiden.
Want Ik zal u een taal en een wijsheid geven,
die geen van uw tegen­standers zal kunnen weer­staan of weerspreken.
Ge zult zelfs door ouders en broers, door bloedverwanten
en vrienden overgele­verd worden en sommigen van u zullen ze ter dood doen bren­gen.
Ge zult een voorwerp van haat zijn voor allen omwille van mijn Naam;
geen haar van uw hoofd zal verloren gaan.
Door stand­vastig te zijn zult ge uw leven winnen.


 

 

Liederen voor Lauw
ZJ 924 - ZJ 715 - g145 f - ZJ 7c - ZJ 526 - g17 - g146
Liedtekst 1
Zang 1
Liedtekst 2
Zang 2
Liedtekst 3
g145 f Alleluia (83.68 KB)
Zang 3
Liedtekst 4
Zang 4
Liedtekst 5
Zang 5
Liedtekst 6
Zang 6
Liedtekst 7
Zang 7
Liedtekst 8
Zang 8
Liedtekst 9
Zang 9
Liedtekst 10
Zang 10